Eikenprocessierups (Thaumetopoea processionea)
U zult de berichten niet ontgaan zijn die elke zomer weer opnieuw de kop op steken. In juni raken steeds vaker mensen besmet met de brandharen van de Eikenprocessierups. De kans dat deze vlinder, want dat worden de rupsen uiteindelijk, weer uit Nederland verdwijnt wordt als klein omschreven.
Veel is inmiddels bekend over het tegen gaan van de overlast. Veel Nederlandse gemeenten, provincies en terrein beherende organisaties zijn overgegaan tot een actieve bestrijding van deze soort. Branden, zuigen, cremeren en bespuiten met een biologisch preparaat behoren tot de vele mogelijkheden die aanwezig zijn om de rups te lijf te gaan.
Elk jaar is het voor de budgethouder, de persoon die uiteindelijk de rekening moet betalen van al deze acties, weer een verrassing hoeveel er ditmaal is uitgegeven. Met behulp van de huidige methodieken is pas in de winter/voorjaar inzicht te krijgen in de aanwezigheid van de soort.
Door identificatie van het sexferomoon dat de vrouwelijke vlinders gebruiken om de mannelijke dieren te lokken is hierin verandering gekomen. Door op een handige manier gebruik te maken van deze wetenschap is in augustus inzicht te verkrijgen over de hoogte en aard van besmetting in het volgende seizoen. Hierdoor is het mogelijk om in het najaar, als de budgeten worden vastgesteld, in te schatten hoeveel geld het volgende jaar nodig is voor de bestrijding van de overlast.
Wij zetten dit feromoon in om vast te stellen waar en hoeveel vlinders er het volgende jaar zijn te verwachten. Door gebruik te maken van technieken en materialen uit de elektrotechnische industrie kan dit eenvoudig en efficiënt worden uitgevoerd zonder gebruik van dure hoogwerkers. Bevestiging van de vallen tot 6 meter hoogte is eenvoudig mogelijk.
Wilt u meer informatie of zoekt u ondersteuning neem dan contact met ons op.